Als een levende legende in
middeleeuwse satanskledij
blèrt hij zijn dichtkunst over
de rockliefhebbende bendes
die massaal de razernij van
deze leeuw willen aanhoren.
En de ellende van tevoren is
nu een braspartij geworden
van after-party's en groupies.
Maar zijn slot is vergrendeld
want hij leeft in 'n ivoren toren
en allesbehalve roemloos zal
hij sterven als een virtuoos van
onvriendelijke gitaarakkoorden.
En ik bedenk dat ik eigenlijk
wat al te veel op hem lijk:
schaamteloos en vulgair,
meedogenloos en unfair.
Met één groot verschil:
hij is miljardair... en ik
brodeloos revolutionair !