Ik ben thuis van mijn werk,
Het is stil hier, als in een kerk.
Zou eigenlijk eten moeten maken,
maar het zou niet smaken.
Ik zal maar weer gaan schrijven,
misschien kan dat de pijn verdrijven.
Mijn hart voelt leeg en kil,
het is niet wat ik wil.
Ik wil weer warmte in mijn hart,
maar mijn gedachten zijn weer zwart.
Ergens moet dan toch die ene zijn,
die wegneemt, die vreselijke pijn.
Veel gedichten heb ik al geschreven,
allen over mijn ellendig leven.
Ik wou heel vrolijk schrijven,
altijd positief toch blijven.
Maar het lukt me niet,
mijn gedachten willen niet.
Mijn hart doet pijn,
van het eenzaam zijn.
Misschien kan ik beter sterven,
in mijn grafsteen kunnen ze dan kerven,
eenzaam is hij dan gestorven,
zonder het geluk te hebben verworven.
Een vrouw is alles wat hij wou,
een die bij hem blijven zou.
Maar nu is het te laat,
zegt hij die sterven gaat.