Als de schoen wringt, dansen wij desnoods bloot voets. Het schurende zand verslijt de oude wonden, de jonge zonden bevechten nog hun plaats, geen haastig verhaal dit maal. De schijnende verlichting ontlokt geen verplichting maar deelt in gezichten zo nu en dan een lach, geen gezag gezocht. Trage verplaatsingen dagen langzaam uit, verweken tot maand. Het bestaan bestand tegen de krakende tijd, drukkend vanuit de belofte aan morgen.