Hij vervloekte de god vergeten dag dat hij was geboren
Neerslachtig sloeg hij zijn takken neer met bladeren bedorven
Zijn neven stonden mijlen weg
Hij stond alleen, dat was zijn pech
Als de windhaan goed stond, zouden ze hem horen
Oren gespitst, want anders ging het verhaal verloren
Het verhaal deed de neven de takken beven
Denkend aan hem en aan zijn ongelukkig leven
Het tragische verhaal, was het nieuws van de dag
Rillende bladeren maakte de neven compleet van slag
Zij huilde mee als grijswitte wolven in de wind
Het nieuws vertellend aan de moeder van dat arme kind
Haar moeder ouderlijk bezorgt, huilend en ontdaan
Het deed hem goed te horen, de reden van zijn bestaan
Onvoorwaardelijke liefde voor haar dierbaar kind
Zij griefde met hem mee en hij voelde zich weer bemind
Maar niets kon hem troosten,
want daar aan de onderkant van zijn stam
Stond nu een kruis en een foto van een madam
Tegen zijn pokkig bruine huid stond een knuffelbeer
Ontroostbaar zwijgend sloeg hij zijn dorre takken neer