4 - 6- 7
Waanzinburgering
Ik hoorde heel het huilen slecht – de schoten sloegen stilte neer
en meer dan dat was er daar niet, slechts schuilen schelden schuld-
gevoelens van doelloos schieten in het rond tot weer een lichaam
dood op de grond, want iedereen was zo levensmoe.
Maar ik niet langer in gevecht; ik vluchtte naar het beter toe en
‘t zand geruild voor brede paden fietste ik door straten heen
niet onverlaten bezaaid met lijken, maar verhard; vol van steen.
Ik zag mezelf een gelukkig man zonder kogels en bommen hier
maar ik burger slechts in tussen vette vogels en verdwaald verkeer
want niemand wordt nog gehoord in wazig-glazig mensenmassa’s
en die zogenaamde vredesduif werd net door de bus vermoord.
Deelnemer 4
Vertaald
Een vreemdeling, verdwaald in een wirwar,
de talige gatenkaas van woorden-breien
met zinnen zonder zin, zielloze fantasieën
van wat waarheid had moeten zijn.
We namen teveel talen om te omzeilen
wat van onze lippen liep, al droop langs
de slierten sherry en de sigaretten
maar nu alle lampen branden
zie ik jouw schaduw vaag nog
door het wapperende gordijn.
Waar schrijven stopt en een stem klinkt
dat is waar ik jou in mij wil vinden.
Deelnemer 6
Rauw proces
Ik ben een nieuwe versie van de dood:
ik leef erin en sla de tijd kapot
met goddelijke macht en hels genot;
de mooiste paradox legt zichzelf bloot.
Ik mis niet meer. Steeds minder doet me pijn.
Ik lach me rot om wat er niet meer is:
tweeledig breken van verbintenis,
een zuiver symbiotisch eenzaam zijn.
Maar er zijn dagen dat ik nog steeds weet
hoeveel ik ooit om drieste dromen gaf,
naïef het semi-fijne leven leed.
En van dat denken moet ik nu eens af,
want dit is bloemen dragen naar het graf
dat wreed en onverschrokken aan mij vreet.
Deelnemer 7
1 – 8 - 9
Coma
witte gangen, geven en ontnemen het leven
van de zieken en geliefden, uitgestorven
doodde het onze onbezorgde dagen
waarin wij echt samen waren
al dagen zit ik zit naast je bed en tel
want slechts het kloppen van jouw hart
verraad dat je nog leeft vandaag
thuis staat koffie op de tafel klaar
twee kopjes, koekjes, de krant opengeslagen
geen nieuws van verlichting
- het staat daar maar
Deelnemer 1
Reprise
Ik dacht, ik dacht, ik dacht
dat jij de authentieke was
die gedachtes las, meenam
zodat wij de mythes bleken
die voorheen heel anders leefden
Ik weet, ik weet, ik weet
dat ik niet in je straatje pas
ik alles ben wat jij vergat
nooit had of nimmer zag.
Ik vloek, ik vloek, ik vloek
wel dertig keer jouw naam
krijs ons kwijt uit dit bestaan
pijnlijk en prachtig tegelijk
hoe wij sterven zonder eind.
Ik wil, ik wil, ik wil
dit nooit meer herhalen.
Deelnemer 8
vaarwel valentijn
in een kamer warm van kaarslicht
vind ik jouw valentijnscadeau voor mij
een boodschappentas vol lieve woorden
uit jouw hart, en ik puzzel maar het past niet
ik vermoord gevoel en vorm enkel cliché's
geen verbeelding, fantasie of poëzie
regels golven als mijn hormonen
we kunnen blijven proberen
maar soms ben je sterker als je toegeeft
en ook de kaarsen zijn uitgeflakkert
opgebrand zoals ik -en moedeloos-
door het teveel aan tijd dat ons restte
deelnemer 9