...
Laat het los,
De wereld was afgebrand, alles was
zwart en as, ik keek om mij heen en zag
niets wat nog leefde, niets wat nog kleurde
Was ik de enige die nog staande was of
de laatste die vallen mocht, ik wist het niet
ik keek mijn handen - geen wapen, geen roet
Ik stond te midden een zee van kool en damp
en de lucht zo roet en rook dat ik mij boven
noch onder waande alles, even grauw even grijs
Niets wat kraaide, niets wat zong, alles was
stof en gas, ik greep mijn borst en voelde hoe
een groot vuur mijn hart opnieuw openscheurde
Woeste vlammen braken als brede vleugels uit
ik spreidde mijn veren en omarmde vurig deze wereld
dit keer zou het mij lukken, deze keer - voorgoed
Ik opende mijn ogen: geen zwart, geen as
een verlichte horizon lag als lach mij voor, o
daar was het, eindelijk - de poorten van het paradijs
F.