Mijn geest valt wijd in slaap,
Mijn geweten is diep ontwaakt,
De beloften waar ik me aan hou
Zijn niet degene die ik maak
Ik tel de bijtende gedachten
Ik tel al lang niet meer hoeveel keer ik spijt heb.
Een overschot aan goede bedoelingen
Houden de rusteloosheid niet in bedwang, niet meer
En het enige waar ik nog naar streef is een beetje rust
Ik verkies platgelopen paden
Ook al weet ik waar ze naar toe leiden
Maar waarom ik ze blijf opzoeken
Is me niet helemaal duidelijk
Ik vind niet wat ik zoek
Het is te laat om het me aan te trekken
Mijn levenszin ontsnapt me
Uit een gat dat ik niet kan repareren
En dat ik niet repareren wil
De dorheid van mijn hart omarmt me
Voelt zo vertrouwd aan
De lasten drukken op mijn schouders
Verpletteren alle hoop
Het geeft niet, ik klaag niet
Put comfort uit mijn verdriet
En voel hoe gelatenheid
Een leidraad wordt.