Ik voel niet eens dat de hemel zijn regen spuit
alleen het ritmisch tikken doet mij beseffen
dat de aarde vandaag doordraait, verdergaat
maar dat mag niet, kan niet…zonder jou.
Ik heb de grond opgezocht, het viel vanzelf
zand gleed als losse flarden langs vingers
zoals jij grip op dit leven verloor, vocht
tegen hetgeen waar geen mens van valt te redden.
Ik wacht dodeloos, probeer je te vinden
in jouw spreuken die door gedachtes dwalen,
in lessen die je me leerde, in het bier dat wij
dronken, in het vak dat wij begeerden.
Plassen zijn volgejankt, heb me overgegeven
aan de cadans van regen, droge voeten zijn passé
dus sleep ik soppende sokken met mij mee
probeer ze te drogen aan mooie memorie.
Het water is gestegen tot boven enkels
terwijl vel van tenen begint te ribbelen
stop ik stribbelen, hoor verdoofd je stem:
‘sta op en ga door, zoals je me beloofde’.