Met een zucht zie ik de rust
in tweelicht van schemering
staar ik ogen tot donker dicht
wat nu juist zo zichtbaar is
kon ik doorgaans niet voelen.
Om waarheid te aanschouwen
moet ik me blijven verkijken,
proeven hoe deze aanblik ontwijkt,
als wrange smaak van werkelijkheid.
In allerijl knijp ik tranen
schreeuw stilte langs je heen
grijp je hand een laatste maal;
Ik neem onwaarachtig afscheid
van een lichaam, zonder leven
en je was bij me, nog heel even...