Turend uit mijn raam,
denk ik aan een land hier ver vandaan.
Een klein meisje speelt achter een hooiberg met haar pop.
Op die plek heeft ze zich verstopt.
Het klein meisje kijkt naar de lucht.
Ze ziet enkel vliegtuigen in volle vlucht.
Opeens ziet ze een fel licht.
Verschrikt doet ze haar ogen dicht.
Ze probeert te luisteren naar de geluiden om haar heen.
Het meisje hoort enkel kogels en geschreeuw van wanhoop en pijn.
Ze probeert de geluiden niet te horen
en plezierige gedachten aan te boren.
Een tijdje later zijn de geluiden verdwenen,
Opeens hoort het meisje iemand haar naam roepen.
Het meisje loopt naar haar moeder, maar stopt ineens
Hun huis is weg. Er is enkel nog een hoop stenen.
Maar dat kan haar niets schelen.
Het meisje straalt van geluk.
Ze heeft haar mama terug. Haar dag kan niet meer stuk.