Twee honden vochten om een been
- het mijne, dus ik was ver heen,
toen zomaar in die stille straat
zo'n duizend bijen uit een raat
hulpvaardig kwamen aan gesjeesd.
Die blaffers zwegen, plots bedeesd.
Zij sloegen jankend op de vlucht,
belaagd door angels in de lucht.
Geperforeerd met menig steek
was 't dat de ene hond bezweek.
De ander stoof er nog vandoor,
maar knalde tegen de pastoor,
die brieste: "Híer, jij vuile smiecht,
dit wordt je allerlaatste biecht!"
De hond zweeg echter doodsbenauwd
en gaf de geest – nog niet zo oud.
Welk grafschrift prijkt nu op zijn steen?
'Wees nooit te happig op een scheen!'