Alweer die kleingeestigen
ze enerveren me mateloos
brengen me aan 't twijfelen
misschien moet ik mijn
mening over hen herzien.
Was ik niet te harteloos ?
In een kasteel woon ik
immers allang niet meer
en in het leger was ik
slechts een matroos
terwijl in mijn familie
generaals regeerden
allesbehalve landloos.
Neen, ik geloof nu dat
we allemaal gelijk zijn
allen grenzeloos en
machteloos tegelijk.
Ieder vecht de kosmische
strijd met zichzelf uit.
Grote en kleine mensen
bestaan enkel en alleen
in Gullivers reizen.
Of in sprookjes met een
dikke lange varkenssnuit.
Dàt zou men in scholen
mogen onderwijzen !