Wij hadden elkaar en hartstocht om te beminnen
te onthullen wie wij ten diepste waren
De bomen van de Kruidtuin keken neer
zagen hoe het goed was en terecht verging
Winter haast onmerkbaar in lente overging
geuren en lichtgroene verschillen
Voor de grote plataan, dichtbij het openbaar gemak
doet een zot zijn rituele gebaren en begint
met het gezicht op het noorden gericht
groet de boom met een hand om de vuist
in een buiging met een rechte rug
werkt in zwijgen de bewegingen af
Jij bent hier niet geweest om te delen
jij neemt ruimte in en blijft virtueel
rouwt om een roodbruine eekhoorn
bewegingloos plat gereden langs de weg
Op het zand van een foto rust jouw gewicht
blijft jou verlangen een overval van gemis