Niet doen. Ik wil mij lichaam niet delen
Blijf van me af. Die plekken zijn niet voor jou gemaakt
Stop ho. Daar mogen jou handen niet komen
Laat me los. Mijn lichaam is van mij.
Jij luisterde niet. Kwamen mijn woorden soms niet binnen? Fluisterde ik niet schreeuwend genoeg? Jij had jouw zinnen gezet op mij. Dat lelijke dikke meisje, meer was ik toch niet. Met mij kon jij alles doen. Vertwijfeld in een buis. Voelen, knijpen, kijken, en een zoen. Er kon letterlijk een kruis gezet worden. Wat ik vond maakte jou niet uit. Het regende pijpen – stelen verdwenen in mij. Je hoorde niet eens meer wat ik zei.
Voel. Daar waar je niet laten kan.
Ga je gang. Het is van jou.
Jij wint.