Duizenden schelpen van
geluk liggen op zijn weg
naar het vissersbootje die
hem naar het koraaleiland
zal varen waar zijn vrouw
hun eerste kind zal baren.
En bij de ochtendmist
zingt de zeemeermin hem
moed in omdat de oceaan
al wild ruist, klaar om hem
de zwaarste storm te laten
doorstaan die hij straks met
z'n dochter zal ondergaan.
Maar zij zullen roeien met
de riemen die zij hebben
tot de zon weer opgaat.
En neen, ze lijkt niet
op een baviaan !
Neem dat maar
van hem aan.