Ik lig hier mijn geest te vergiftegen met rare gedachtes
aparte ondenkbare plaatjes schieten door mijn hoofd,
het lichaam wil zijn rust pakken maar het denkgestel blijft
maar ratelen. de tandwieltjes die rood gloeiend vol gas zitten te spinnen
gunnen mij niet de tijd om te herstellen.
ik geef zo veel om jou dat als ik niet bij je ben om je te horen te zien en
te beschermen voel ik mezelf kwetsbaar. mijn lichaam is voor niemand bang mijn geest
zal nooit een angst kreet uitgeven , alleen de gedachte dat ik niet snel bij jou kan zijn
maken mij zwak,
het maakt me verloren op een plek waar geen mens mij kan vinden,
een stille sombere plek en het enige wat voor mij hangt is een dromen vanger
die alle mooie dromen bij zich houd alleen voor zich zelf,
de beelden die net voor ze het netje raken zijn van de mooiste kleuren
die een potlood ooit had kunnen maken. kon ik maar in slaap komen niet kijkend door de zwarte
tunnel die de weg naar nergens angeeft. het toekomst beeld moet toch een keer weer verschijnen
achter het grote massieve hekwerk waar ik nu nog achter kan verdwijnen.