Misschien wel de grootste vaardigheid van onze geest is de mogelijkheid om te gaan met pijn.
Het klassieke denken leert ons over de vier deuren in de geest,
waar iedereen door kan gaan afhankelijk van zijn behoefte.
De eerste is de deur van de slaap.
Slaap biedt ons een toevluchtsoord weg van de wereld en al haar pijn.
De slaap staat voor verstrijkende tijd,
geeft ons afstand van dingen die ons gekwetst hebben.
Als iemand gewond is,
raakt hij vaak bewusteloos.
Iemand die traumatisch nieuws hoort,
zal ook vaak flauwvallen.
Zo beschermt de geest zich tegen pijn,
door de eerste deur door te gaan.
De tweede deur is die van het vergeten.
Sommige wonden zijn te diep om te genezen,
of te diep om snel te genezen.
Daarnaast zijn veel herinneringen gewoon pijnlijk en valt er niets te genezen.
Het gezegde "de tijd heelt alle wonden", is vals.
De tijd heelt de meeste wonden.
De rest word achter deze deur verstopt.
De derde is de deur van waanzin.
Er zijn momenten waarop de geest zo'n klap krijgt,
dat hij vlucht in krankzinnigheid.
Hoewel dat niet bijzonder gunstig lijkt voor het slachtoffer,
is het dat wel.
Er zijn tijden dat de realiteit niets anders behelst dan pijn,
en om aan die pijn te ontsnappen,
moet de geest de realiteit achter zich laten.
De laate deur is die van de dood.
Het laatste toevluchtsoord.
Niets kan ons nog pijn doen als we dood zijn,
of zo is ons althans geleerd.
Copyright: Patrick Rothfuss : The Name of the Wind