Wat nu?
Wat nu?
Wil niet maar ik moet.
Is mijn probleem zo groot?
Of stel ik me aan?
Wil ik nu echt dood?
Maar ik doe dat niet.
Weet niet waar ik wel en niet heen moet gaan.
Alles wat ik wil weten weet ik niet.
Mijn gedachten zijn er zo veel,
hier door ben ik in de klas helemaal stil.
Die stilte ben ik niet,
maar word ik hier door wel.
Mijn ik is weg.
Bestaat niet.
Ik weet niet wie ik ben.
Wou dat ik me zelf ken.