Als een draaikolk trekt het
mij naar beneden
nachtmerries tarten me
van lang geleden
ik krijg geen lucht
probeer door een blauwe gloed
de uitgang te vinden
het lukt me niet
Dan overspoeld door warmte
veeg ik mijn tranen weg
het raam staat open
adem de frisse lucht en kijk
in het felle licht
demonen van nacht zijn verdwenen
voel alleen de zonnestralen
op mijn gezicht