Halverwege het avondmaal
er wordt gebeld
Wij kijken elkaar aan
ik sta op en doe open
Herken in haar de brutaliteit
die krullen, voorgoed verloren
Het is te veel en te duister
om lang stil te blijven staan
Hoe zij mij eens ontnam
wat ik haar niet wilde geven
te jong en nog onervaren
omhels om pijn te doen