Vroeger,toen je nog heel klein was, en je voelde je rot of verdrietig, sabbelde je op je speentje, of dronk je een flesje water of melk, en je voelde je weer beter.
Later,toen je al wat ouder was, en je voelde je rot of verdrietig, stak je je duim in je mond, of dronk je een bekertje limonade, en je voelde je weer beter.
Nu, nu je nog weer wat ouder bent, en je voelt je rot of verdrietig, steek je een sigaret of joint op, of je drinkt een glas wijn of breezer, en je voelt je voor vijf, misschien tien minuutjes weer even wat beter.
Opdracht voor levensbeschouwing.