Een oud verhaal,
bovengehaald uit
mijn grijze geheugen,
verre diepe grot,
krocht vol mist.
Als jonge kerel, vrolijk
ende blijdegezind, amper twintig
lentes jong, dertig herfsten
zouden volgen, leerde een
mooi meisje kennen.
Ach, ik verveel u immers!
Het onbetekende relaas,
verloren, kortstondige liefde,
opgerakeld door een oude
-maar geen grijze!- dwaas...
Maar de tand des tijds
knaagt aan mij, en verspreidt
weemoed, zoals een grijze rat
knabbelend de pest verspreidt!
De herinnering pijnigt mij!
Daar, in duister Duitsland,
ontmoette ik dus die Japanse schone,
met mysterieus donker haar...
Onbekende persoonlijkheid, trok
mij magnetisch romantisch aan...
Even waren wij gelukkig:
niet als Hamlet en Ophelia,
maar als John and Joko!
De Braziliaan en de Japanse,
vrolijke laatste hippies...
Maar heen ging zij...
Niet naar het rijk des doods,
te levenskrachtig was zij!
Zij vertrok met de noorderzon,
mijn lentebrengend Oosterse licht...
Heb naar haar gezocht, zoals
Arthur zocht naar de Gouden Graal.
Doch heb haar nooit ofte nimmer
wedergezien. En haar gelijke
aanschouwde ik nimmer weer...
~Opgedragen aan Joasjake~