WAARSCHUWING:
Dit gedicht is verzonnen en niet echt gebeurt!
Ik keek op,
En zag je ogen,
Mooi goudbruin,
En opgetogen.
Je keek me aan,
En ik zag die glimlach,
Ik zei:"Hallo."
Maar je leek me niet te verstaan.
Je zei tegen me: "Hallo, wie ben jij?"
Ik keek verbaasd en gaf mijn naam,
Ik hoorde een gil,
Aan de kant van de maan.
Waarom deed je dat bij mij?
Je schopte, je sloeg, je deed me pijn!
Als ik wilde gillen,
Dan deed je zo hard slaan, dat ik net zo goed dood kon zijn.
Ik was dat ene meisje die je wel begreep,
Maar wat je deed,
Had geen zin!
Ik gaf toch opeens een kreet.
De sirenes loeien,
Je houd een pistool tegen mijn hoofd,
Je eiste geld,
Alsof je al jaren mensen beroofd!
Maar misschien,
Was het wel waar,
Dat je niets meer was,
Dan een enge moordenaar.
Toch is het je gelukt,
Mijn laatste adem kwam uit mijn longen,
Ik was dood.
Door die lieve jongen.
P.S Dit is niet echt gebeurt! Ik ben alleen in een verdrietige bui en heb daarom een verdrietig gedicht geschreven.