Aan de zijkant sta je dan, liefde geven wanneer het moet, en grijpen wanneer je het grijpen kan,
waar je het van krijgen kan,
ook al ben je niet echt iets van plan.
Niet met gevoelens maar met gedachten en verlangen.
Want iemand echt toe laten, dat maakt je alleen maar banger.
En toch gebeurt het op een dag heel onverwachts,
sluit je iemand heel onbewust toch in je hart.
En je hebt het niet door, je gaat er gewoon voor.
Je speelt het spelletje mee en dan wint hij toch.
Het was niet wat je dacht, het was meer dan dat,
het was echt, het was liefde,
het was daar, en toch voelt het nu als bedrog.
De grond zakt onder je weg, je hebt weer de pech.
Je bent weer gekwetst en teleurgesteld.
Maar er is ook weer geen enkele reden dat je dat aan hem verteld.
Want jij wilde er toch meer uithalen dan dat er in zat,
het leek op liefde maar meer dan wat je gekregen hebt,
had je anders ook niet gehad.
Nu ben je alleen, niet meer bij hem.
Je verlangt naar zijn lichaam, zijn blikken en zijn stem.
Maar jij bent voor hem veel minder
dan hij ooit voor jou is geweest.
En als er iets van dit alles pijn doet,
dan dat toch wel het meest…