Vakantiedromen suizen door mijn hoofd,
ik maak een zoektocht door ons kikkerland.
De afstand maakt niet uit, dus pak mijn hand
en luister wat een droom mij heeft beloofd.
De start is ‘t zonnig zuiden: Limburgs land,
waar grot en groeve uitgemergeld is,
en waar tot ieders grootste ergernis
het koele bier al in je handen Brandt.
Naar ’t strand! Waar kinderen de Scheppers zijn,
kastelen bouwen van een zonnestraal.
Tot slot: verschijn op ‘t noordelijk terrein,
daar waar het land zo plat is als de taal.
Snel, opdat weemoed al je dromen schaadt,
wanneer de wekker voor het werk weer gaat.