De zonnebloemen steken hun kop hoog tegen de strakblauwe lucht,
de eiken laten hun takken met de wind meebewegen, zachtjes op en neer.
de mooie witte wolken maken langzaam plaats voor donkere zwarte zichtsbedervers.
zachte regendruppels vallen neer, als kleine parels in het groene gras.
de bomen beginnen zachtjes hun bladeren te verliezen, blad voor blad dwarrelt in het slijk.
de zonneschijnen maken plaats voor felle lichtflitsen,
het ruisen van de wind maakt plaats voor harde donderslagen.
het onweert, stormt.
dan komen de felle zonneschijnen overal doorheen.
ik probeer mijn hoofd omhoog te houden, hoog tegen de blauwe lucht.. adem..
ik beweeg met de wind mee.. neem alles hoe het komt, zoek geen oplossingen..
dan langzaam begint mijn zicht zwart te worden..
mijn tranen vallen als parels in het gras..
ik begin de grip te verliezen.. op alles, mijn leven, mijn ik..
het begint te flitsen. te donderen..
het stormt in mijn leven.. het gaat tekeer.. alles op mijn schouders..
totdat..
daar een man staat..die bij mij, de zon laat schijnen, feller dan ooit tevoren,,