Vier uur in de ochtend
De maan staat hem aan te grijnzen
Terwijl de eerste winterkou
Zijn eerste steken begint te veinzen
Nieuwe energieprijzen
Kon de rekeningen toen al niet betalen
Deurwaarders waren vast bezoek
Om zijn laatste geluk te komen halen
Heel zijn leven hard gewerkt
Niet één enkele dag verzuimd.
Vijfenveertig jaar de staat betaald
Maar nu gewoonweg opgeruimd
De winter staat nu met een grijns te wachten
Haar koude dagen krijgen hem wel klein
Hij kan niet langer gemolken worden
Had hij maar politieker moeten zijn
Ach was hij maar een buitenlander
Met achtenveertig jongens op een rij
Dan was zijn hele leven anders
Met gelijke kansen aan zijn zij.