De brug is verlaten
omringd door hoge bomen.
Het water gaat verder
met lange zachte stromen.
Er staat een meisje
eenzaam en alleen.
Met tranen in haar ogen
kijkt ze om zich heen.
Ze staat daar leeg en stil
niemand staat haar bij.
"ik kan nergens naartoe
met die problemen van mij!”
Ze denkt aan haar vrienden
en familie, iedereen is blij.
Dan zet ze een stap vooruit
PLONS en het is voorbij.