Soms zou ik willen dat ik alles terug kon zien zoals het was,
Maar het is zo moeilijk,
alles had een masker.
Als de klok het toeliet zou ik zo graag jullie omhelzen;
Maar het voelt alsof jullie door mijn armen heen slippen..
Nu grijp ik naar duisternis,
Ze verzacht, maar heelt niet.
Mijn ogen zijn moe en uitgeput van de hele dag naar onbenullige dingen te staren.
Want de echt belangrijke dingen zie je niet,
Die voel je.
Alleen voelt het nu alsof mijn leven een kaartenhuisje is,
Met een ondergrond van watten.
En alles stort in..
Hoe moet ik het opbouwen?
Hoe weet ik nu wie ik ben,
Als ik niet weet wie mijn houvast is?
Hoe kan ik nu lijmen als ik scherven te kort kom?
Zo kan ik niet verder.
Alles is gebroken, en het lijkt alsof niemand het nog kan lijmen.
Want het gevoel dat iedereen maskers draagt,
Maakt mij benauwd en angstig.
Zo kan ik niet lief hebben.
13 jaar belogen en bedrogen,
Ik kan het gewoon niet aan.