Om je beter te kunnen zien hoef ik
mijn ogen niet te sluiten
hoef ik je niet te zien
tegen een achtergrond van bomen
jij bent geen foto je bent het bos
dat opvliegt en met open ogen
volg ik je argeloze vlucht
Van takken die me doen verdwalen
in de nacht van het bos.
En om je te horen hoef ik geen telefoon
en ook geen grote oren
ik ben wolf noch schaap
ik weet niet wie ik ben
gehoor voor Jou stem
ruimte
die zich in de wereld vestigt
voor jouw stem die klopt
Snel en ver
ver van mij die
iedere nacht minder wreed en sluw is.
(oud schrijven waarin ik in 2001 'n roodkapje miste in me leven)