Terwijl tranen van mijn wang afglijden
Zit ik dit gedicht te schrijven.
Gisteren was alles nog goed.
Ik was blij, vrolijk en gelukkig.
Nu ben ik alleen maar treurig.
Maar misschien had het zo wel moeten zijn.
Misschien had deze dag, dit moment en dit gevoel moeten komen.
Maar waarom? Waarom zou ik me zo moeten voelen?
Ik dacht dat ik van alles en iedereen hield.
Ik vergat alle dingen om mij heen.
School, examens, huiswerk, leraren.
Alles vergat ik ...
Ik dacht alleen aan de vakantie en de vrijheid die ik nu heb. Dat mooie gevoel in je buik
De zonneschijn die vanuit je hart komt.
Maar ik had het dus mis.
Ik dacht er nog gisteren over na hoe ik alles zou overleven
en hoe ik uiteindelijk in mijn geweldige droom zou komen.
Maar in een klap is mijn droom verdwenen.
Ik wil nu alleen maar eenzaam in mijn kamer voor derest van mijn leven zitten.
Ze hadden gewoon gelijk.
Er zijn gewoon teveel mensen die zoveel geluk kunnen hebben.
Mensen die talent hebben.
Die ervoor geboren zijn.
Die al vanaf jong begonnen zijn.
Maar het komt goed,
Het komt zeker goed.
Ik doe wat ik moet doen.
Ik ben gewoon mezelf.
Ik doe wat ik wil, ik doe wat voor mij goed voelt.
Ik mag huilen zeker.
Ik mag huilen tot alle water uit mijn lichaam is verdwenen.
Maar dat ik eraan denk.
Aan deze dag wat ik geleerd heb van mezelf.
Wat ik heb beseft.
Dat je jezelf gelukkig moet maken.
Deze situatie haat ik eigenlijk alleen maar.
Toch blijf ik aan deze dag denken.
Dat ik ervan geleerd heb en dat mij nu tot een beter mens maakt.
Het sterke, onafhankelijke, knappe, slimme jonge vrouw dat ik altijd al heb willen zijn.
Door dit gedicht dan denk ik eraan.
Wat voor probleem je ook hebt.
Hoe erg je ook opgeeft.
Denk goed na over wat je echt wilt.
Wie en wat je echt wilt zijn.
En dat maakt je weer gelukkig.
Dat geeft je zonneschijn weer leven.
En natuurlijk dat je al je tranen mag uithuilen, en je heb niet altijd iemand nodig die je troost.
Als je echt een sterk mens wilt zijn kan je jezelf er doorheen slaan.
EINDE