...in moeilijke tijden
vind voordat je zoekt
een getemde vallende ster...
‘fragiel fossiel herrijst herderlijk als florerende feniks’
Wanneer flora en fauna harmonieus in elkaar overvloeien
zal ik weten hoe die wereld er uit zal zien
Riet waaiend tegen de wind in, vurige slangen met bladgroen
Al het leven gezegend gezeefd, door een stroef stramien
Plant is dier, en dier is plant
maar geen van allen zijn, wat ooit geweest
Extinctie en opvullende creatie
onophoudelijk verbonden aan elkaar
Alles met de onwetende intentie
van het ontwerpen van een frisse dimensie
Allen overgelaten aan het lot
van instinctief water in de zee
Maar ook de Stille Oceaan met al haar geschreeuw van vreugde
met druppels die niet plonzen maar zingen
worden benut met alle pracht
waarmee het gepaard behoort te gaan
Ze worden lieflijk in de rondte gedwarreld
als splinters van strooigoed
door satijnen vochtfonteinen met waterstralen als huiddekens
Zilveren harpen zullen tokkelen over
de ensembles van de diffusie in 't water,
gevoed door souplesse,
finesse, mode, gracieus en sjiek
Zodoende zullen herschapen wezens weer drinken
bij wijze van systematische pragmatiek
Antennes slurpend
Oogjes waterig glanzend
Sponzende tongen proevend en opzwellend
Weerbare diertjes niet dringend noch voorbarig drinkend
Voetjes, vliezen, poten pletsend, drijvend op goudgelig water
gecreëerd door kleuren van prisma’s met hervonden licht
Tegen de achtergrond van druipende wolken
en een rimpelige zon,
tovert deze wereld een glimlach bij iedereen zonder gezicht...
*** geschreven 27 februari 2005, einde 1e gedeelte van het vervolg ***