De nacht
De nacht is zwart
de kou word hard
het is tijd om mijn ogen sluiten
ik sluit de gordijnen voor de ruiten
ik zak neer op het zachte kussen
met een klein stukje van het dekbed ertussen
het is stil en donker buiten
het word nu echt tijd om mijn ogen te sluiten
ik ontspan mijn oogleden en wil verhuizen
naar een wereld zonder pijn zonder kruizen
ik kan de slaap niet bevatten
het is de realiteit dat mijn dromen wil jatten
in de verte hoor ik de sirenes van pijn
ik hoop dat ze niet dichtbij hoeven te zijn
ik luister naar de geluiden van het huis
ik ben hier, ik ben thuis
ik hoor de buurman de trap op lopen
zal hij in zijn leven ook teveel hopen
ik kijk naast me, mij schat slaapt zo fijn
ik vraag me af, of ik ooit zoals hem kan zijn
ik word bewust van de tijd en sluit mijn ogen weer
maar het lukt me weer niet, ook niet deze keer
ik besef me dat de nacht lang zal zijn
en ik wacht op de morgen mischien word het fijn