Langzaam liet hij zijn vingers gaan
langs koude rode steen
Het beeld danste om hem heen en
er was enkel het rood, en grijze voegen
Hij had de muren zelf gebouwd, met bloed
zweet en tranen, wekenlang gewerkt
Steen voor steen en steeds een laag cement,
bouwde hij steeds verder en steeds hoger
Maar nu niemand hem meer kon bereiken en
niemand hem nog zag, nu voelde hij
de eenzaamheid en ook de angst
Steen voor steen, met wederom bebloede handen
nam hij steeds een stukje weg van
wat hem beschermen zou maar slechts illusie was
Angstig maar tevreden keek hij weer de wereld in
met zijn rug tegen de laatste muur