Omarmt door het klaterende water van de fontein
Zit ik heerlijk met een boek in de zon
Denk bij mezelf wat is het leven toch fijn
Dit had ik niet kunnen bevroeden toen mijn leven begon
Dat begon in ’44 een strenge oorlogswinter
Het eten was schaars en de koude intens
Hiervan had toen gelukkig nog geen hinder
Ik was ter wereld gekomen uit een zeer warm mens
De jaren van mijn jeugd kabbelden rustig voort
Gevangen door de warmte van een groot gezin
De regels die toen golden waren goed zoals het hoorde
De ouders maakten het ieder naar de zin
Iedereen werd met dezelfde liefde behandeld
Leerde de waarde van het mijn en dijn
Deze regels zijn eigenlijk nog steeds van toepassing
Daardoor was het leven als kind in dit warme nest zo fijn
Van deze leefregels hebben we veel geleerd
Deze leefregels zijn nog steeds op de hedendaagse jeugd van toepassing
Laten we dan maar hopen dat de hedendaagse jeugd
Dan ook de tolerantie die heden ten dage geld
Op zijn waarde weet te schatten.