Lopend langs de deining op het o zo mooie strand,
denk ik terug aan de tijd hoe wij bij elkaar zijn beland.
Jij dronk toen al stevig, ook ik kon er wat van.
Je hebt gezegd dat je zou stoppen,denk niet dat jij dat kan.
Jou beloften worden door mij niet meer geloofd,
langzaam maar zeker wordt mijn liefde voor Jou gedoofd.
Ik ben nu niet gelukkig, met jou praten kan ik niet.
Het lijkt je niets te doen, het interesseert je geen biet.
Elke keer weer trap ik in jou zoete woorden,
Sorrie schat, is wat ik steeds hoorde.
Ik ben het nu zat, ik kan dit niet meer.
Er niet met jou over kunnen praten doet zo'n zeer.
Nu lig ik in mijn bed, denkend aan jou,
aan hoeveel ik om je geef of ik nog van je hou.
Ik weet niet of ik genoeg van je hou om bij je te blijven,
als ik er wat van wil zeggen, eindige het altijd in kijfen.
Excuses is wat jij goed kan maken,
jij probeerd mij daarmee altijd te kraken.
Vaak lukt dat en ga ik weer overstag,
en hoor ik in de keuken jou zelfvoldane lach.
Wanneer stop je nou eens met je gezuip en gelal,
doe iets aan je probleem, jij bent nu aan de bal.
Ik denk dat je niet wilt of er te zwak voor bent,
wees goed voor ons en voor jezelf maar wees vooral een echte vent.