Van het zuivere licht der sterren zijt gij ver.
Geen Koning die waakt over uw daden.
Het komende is nachtwake over uw Zielsversmachting.
Duisternis dwaling leugen
en bedrog met geestgevulde onzuiverheden.
Zoekende hoe gij zult waren tussen Koningen en Sterren.
Teneergevallen zijt gij
een mensenkind gelijk aan de vallenden
vergankelijke wegen
paden met kommer en duisternis zijt gij.
Opengesperd gelijk een wolf is uw mond gesnaard
Geharpt speelt uw ziel met onuitblusbaar vuur.
Ja, een koning der nacht zijt gij
verdwaald in ongerechtigheden,
Waar is uw ijver voor kristal, diamant , robijn
Ja, de twaalf poorten zijt gij niet binnengegaan.
De brandende voeten zult gij nooit of nimmer vergeten
uw toorn is een ziedend onuitblusbaar vuur
gedrenkte haat van degenen die onder uw vuur vielen.
Op de verhoogde weg heb Ik u verbrijzeld
uw daden veracht
versmacht zijt gij daargebleven
** juist daar **
Waar fonteinen van Licht oprijzen.
Verterend zuiverend vuur dat onuitblusbaar is
doorgegaan zonder omkijken
aan Goud gelijk geworden
Een Stad van Goud
Vader