Geen goedemorgen,
geen goededag,
geen enkele dag zonder zorgen,
alsof ik niet leven mag.
Alleen is maar alleen,
maar wat kan het fijn zijn,
ik ga zonder problemen ergens heen,
wat is dat fijn.
Met niemand problemen,
niemand die zaagt,
je kan even goed wenen,
omdat je al die tranen draagt.
Tot het einde van mijn dagen,
wat niet zolang zal duren,
moet ik mezelf verdragen,
moet ik mijn eigen leven verzuren.