&&&&
snurfende winterbenen
hoeveel hoofden mijn lichaam ook verbindt
het eeuwige denken blijft me moeite kosten
oh geef me toch je lange verspilbenen
zoals jij daar door slaperige waterkoude stapt
eigen vrouwen hangen mijn armen onderaan
zodat geleerde vingers niet hoeven te niezen
oh jij loopt straks weer door en wint
met je ferme grote plastik muilslaarzen
snel wijk ik uit voor de zoveelste voetzoeker
met levensgevaar kleed ik mijn edele delen
oh voel me goed in jouw intense rillingen
langer dan 'n dag of twee meet je het niet
demografisch als ik ben, deel ik mijn plek
jij wil toverpraten maar ik ga onder en zeil
oh zalige beenwarmer bijna half bevroren
ontdooi onsje leven - al is 't je om het even
doelloos lijkt de tijd ons niet meer te wekken
opgeborgen vergeelde gezichten in een doos
&&&&