Wijd zeegezicht, het levende zout
Van de hete straten van de stad.
Het bellen van de tram. De werkplaats
Van het doofstommenbedrijf
De ene boog zich over een hemd,
De ander moe van het naaien,
En langs de machinenaad
Loopt de grens van het niets.
Niets wordt er gehoord
In dat zwijgzame bedrijf,
Slechts ademt de hor in het raam
Middagrust, bedwelming van het zuiden.
Wij zullen toch niet verloren zijn,
Jij en ik, mijn arme vers,
Wij zijn toch niet aangeland
In het doofstommebedrijf?
Auteur: marchiano di noche | ||
Gecontroleerd door: pantarhei | ||
Gepubliceerd op: 05 januari 2012 | ||
Thema's: |