Alles los laat.
Weer terug naar oude huis,
daar waar ik me voel als thuis.
Maar ook weer niet,
want velen dingen doen mij verdriet.
Je gaat me weer zien vandaag.
maar dichten word pas weer maandag.
Bij jou zijn, ben ik graag,
omdat ik veel door jou inzag.
Lief ik wil je rijden,
naar warme plekken.
lief ik wil jou bevrijden,
je naar mij toe trekken.
Ik begrijp je nogsteeds,
alleen het moment blijft uit.
We moeten beide dit moment gaan zoeken.
Maar waar te beginnen zonder enig geluid.
Ik weet het al, begin wel bij de hoogvliet,
je wilt me niet zien?
Toch ben jij het die ik altijd ziet.
of jij had mij toch ook gezien.
Lief ik wil je tong masseren,
met mijn tong, in de mond rondsjes keren.
Hem begeleiden over je lichaam.
Wat nu zit ik alleen maar verlangend, te staren uit mijn raam.
Ik wil je laten komen.
Jubellende liederen laten zingen, nog mooier dan in dromen.
Ik wil je laten genieten zoals de bedoeling van dat genot.
De zee over, te schip of met een vlot.
Maar komen zal ik daar,
God, ik openbaar.
Ik geloof in jou,
en blijf mijn geloof ook trouw.
Want lieve sophie,
laat mij jou lichaam verwarmen,
je gezang doen galmen,
je aanraking doen koesteren,
je beschermen tot in de dromen.
Zou het fijn zijn te komen.
Geloof mij, ik kan je zo hard laten gaan,
er staat, stralende speer in mijn naam.
Ik weet te raken waar te raken.
En zal het bed echt hard doen kraken.
Maar jou genot is wat ik zien wil.
Maar jou genot een wereld van verschil.
Zal ik door zetten tot je diep van binnen,
alles los laat.