Over het woeste
de grond
de weiden
zware wind
berkenlijden
de bomen het buigen
zware wind op bladerluiken
wolkenspel van hoge nevel
harde waterregen
verregend land
koud en klimmig kruiperige hand
de wind de blazehand
de mens vergeet een leven bekruipt wollige kleren
het binnen is het buiten de mens leeft achter luiken
tranende spiegels ziet de mens en zoekt een andere wens
hij linkt zich aan het oude
het vuur
de knapperige houten
hij leeft in een festijn
de avonden zijn fijn
het oude verregende land
koude hand
traanwoestijn
hij vergeet erin te leven
is binnen gebleven
hij kan er niet onderuit
beton is uitgespruit.