De reis verloopt traag
van de indruk die niet beklijft.
Stel de vraag
die onbeantwoord blijft.
Geboren op de dertiende dag,
tussen de wal en het schip
dat juist afgemeerd lag
langs de kade van eeuwig onbegrip.
Altijd met een haastig gegrepen
koffer onderweg.
Van wortels afgeknepen,
huis noch haard, heg noch steg.
Adres onbekend,
bestemming ongewis.
Zijn waar je niet bent,
verblijven te midden van kil gemis.
Verboden aan de noodrem te trekken,
misbruik wordt bestraft.
Dit is een trein van gekken
en je eet maar wat de pot schaft.
Wie kan,
altijd roeien met de stroom mee,
varen op golven van goed geluk,
de veilige weg volgen, heel gedwee?
Wie o wie? Zeg het dan.