Alles wat in starre kluizen
wordt opgeborgen
eist ruimte op, steeds weer.
Geen kans om iets weg te sluizen,
wat er in zit,
verdwijnt nooit meer.
Ongepast, zoals de hele santenkraam
de dagelijkse gang verstoort.
Zoiets als een naam
die niet bij een gezicht hoort.
Elke trilling van het blad
eist aandacht op.
Ik heb het wel gehad,
ik overweeg desnoods een totale denkstop.
Is er iets anders dat het bloeden stelpt?
Ik heb geen ruimte meer om over zaken te verhalen.
Nu niets meer helpt,
wordt het tijd om gedachten te vermalen.