Winter
12 dragende stemmen
weerklinken in de stille winternacht
de snaar trilt nog na, heel subtiel
voorbij gestaag groeien
bracht ik met stilte en gezang
het reikhalzend wachten tot
in uitdijen van een golf wit licht
naar de hemel, naar de aarde
staan wij hier bijeen
in deze stille winternacht
doorkruist mijn ziel de jouwe
en dacht ik dat het zo hoorde.
Lente
Ik zou soms de winter wel willen overslaan
Gelijk naar de lente
Knoppen en kiemen die zich langzaam openen
In de winter staat dat toch op een laag pitje
Ik verdraag het soms niet
Een lente
Een ontwaken van mijn zintuigen
Verbreding van mijn verbeelding
Zonder donker geen licht
Geen ontwaken na afsterven
Slechts ik kan enkel zeggen
Dat het zo hoort
Ik verwacht wel zon
Die schijnt ook wel
En hoop altijd wel op regen
Niets boven vers, groen gras
Of een narcis, een 'daffodil'
Met zijn wit gele ziel
Heeft bepaalt dat hij vanzelf wel komt
Elk jaar, telkens weer
Maar mocht ik echt kiezen
Dan koos ik voor een leven
Met jou hier
Midden in het gewas.
Zomer
Ik dans in de zomer
Speel en spring
Ik loop het liefst langs het strand
In de zomer
Schelpjes, heel klein
Tussen mijn tenen
Zacht wegzakken in zand
De verleiding niet weerstaan
Duiken in de zee
Zwembroek uit
Jou voelen en strelen
Samen kippenvel krijgen
Een hoogtepunt bereiken
Vermenigvuldigen
En dan terug rennen
Het gewoon weer overdoen.
Herfst
Ik eindig in de herfst
Daar hou ik op te bestaan
Daar heb ik me overgegeven
Aan mijn eigen stoute schoenen
Er is gelopen
Geleefd en gehuild
Gekust en gevreeƫn
Maar vooral gesprongen
Nu ben ik gevallen
Lig op de grond
Geen spijt te bekennen
Alleen een blik naar de zon
Best raar een regenboog
In de herfst, 's middags 4 uur
Maar ook wel fijn, dat het mogelijk is
Alle kleuren te zijn.