ramen zijn open en het unieke is slecht vast te houden zelfs wanneer men stopt met spreken schrijft de wind op eigen wijze het bewegen gaat het om de weergave van momenten die plots iets onderbreken
zelfs daar waar kraaien als versteend nu staren over het pas geploegde veld dooft later een nevel weer de sporen uit van de nog heldere helft van de wereld
geen tijd voor afscheid wanneer alles terugkeer is: bodemloos opbewaard blauw met daarin een ronde zingende maan