Soms ben ik blij dat jij mijn vader bent,
Maar op andere momenten wil ik je liever niet zien.
Ik ben er nog steeds niet aan gewend,
En dan ben ik zelfs al zeventien.
Ik vind het jammer dat het allemaal zo moest lopen,
Dit is niet wat ik wil.
Maar toch blijf ik hopen,
Dat dit niet meer is dan een meningsverschil.
Ik weet dat deze hoop niet klopt,
Maar wat moet ik dan?
Ik krijg het niet ver genoeg weggestopt,
Ik baal hier gewoon erg van.
Waarom moest het zo lopen?
En kan je niet gewoon normaal tegen me doen?
Ik blijf nog steeds hopen,
Dat het weer net zo wordt als toen.
Toen was alles goed,
Toen vond ik dat er geen betere vader bestond dan jij.
Maar ik hou de moed,
De moed dat dit goed komt, dan zijn jij en ik weer wij.