Een groot feest
Snappen?
Nee denk het niet.
Begrijpen dan?
Dat al helemaal niet.
Snappen?
Eigenlijk ook weer wel.
Het begrijpen?
Dat toch ook zeker wel.
Geen knop aan vast te binden,
verbonden met elkaar.
Toch kan je knopen er aan vast binden,
Als nog verbonden met elkaar.
Een ziel scheeuwd om jou,
Het hart loopt voor jou,
De geest is alleen maar bij jou.
En wat maakt dat mij?
Inderdaad een sukkel,
iemand die niet denkt,
maar toch wel weer denkt,
dom, blond, noem me sukkel.
Toch wel een sukkel,
die geloofd in het goede,
die geloofd in de liefde,
die geloofd in een leven waar hij altijd al van droomde,
Lidwoordelijke sukkel.
Waarom droom ik wat ik droom,
waarom doe ik de dingen die ik doe of deed.
Is dat alles wel zo gewoon,
of is er iets wat men vergeet.
Waarom laat mijn ziel me zo voelen,
elke keer als mijn geest bij jou is,
waarom gaat mijn hart dan sneller kloppen,
is er soms iets met mij mis.
Praten met jong en oud,zwervers of advocaten,
voor mij is een iedere gelijk.
Maar een in het bijzonder,
en ze weet het al gelijk.
Weet gewoon waarom ik weg ben van jou,
en dat ik zeker daar zal komen.
Ik blijf mijn ziel, hart en geest trouw,
want ik geloof dat ik er zal komen.
Zo veel sterker geworden door alles wat is gebeurd,
elke keer was jij het die tegen me sprak.
Nu weet ik, wees niet getreurd,
ook al is men af en toe echt een vrak.
Dagen gaan voorbij, emoties komen en gaan.
De vraag is alleen aan mij, waarom hoor ik steeds je naam.
Gebeuren dingen gerelateerd aan jou,
dingen die mij trekken vanuit het duister en de kou.
Begrijp hoe ik me voel,
snap je ook hoe ik denk?
Ook al gedraag ik me fresh en cool,
zie dan wel dat ik mij van binnen zelf krenk.
Maar wel ten goede,
hoe moeilijk ik het ook vind.
Moet ik zelf voor mijn zonde boete,
status opkrinken, was ook nog maar een kind.
Kweet nu beter,
zal ongetwijfeld nog wel fouten maken.
Maar zal niet meer sikkeneuren,
gewoon aanpakken die taken.
Hen helpen die ik helpen kan,
en niet als iemand het aan mij vraagt,
Gewoon is uit me zelf man,
houd mezelf uitgedaagd.
Lief wonder,
hart van goud,
een geest zo sterk,
en der ziel zo schoon.
echt een wonder gewoon.
God geeft mij elke dag zijn licht,
In muziek, het leven, zelfs zo in een gedicht.
Gerelateerd met mijn dromen,
geloof ik heilig in hem, ik zal er komen.
Hij die mijn zonden kan vergeven,
hij die zijn zoon op offerden voor ons.
Ik moet naar zijn woorden leven,
zodat ik zal zweven als dons.
Niet die steen die naar beneden komt zeilen,
maar als een dwarrellend veertje licht en zacht.
Ik moet de vloer gewoon is dweilen,
opruimen, schoonmaken, jij geeft mij die kracht.
Dank je lief wonder,
dank u God, voor haar bestaan.
Ben klaar met dat gedonder,
te samen met liefde, kan ik alles aan.
Trouw aan mijn hart, ziel en geest.
Geloof ik plechtig, leven is een groot feest.