Boterhammen in papier,
kruimels en een knikker in de broekzak.
Vingers en tong onbehoedzaam tegen de vette ruit.
De dieselgeur brengt ons weg van hier
terwijl ik door het raam staar in het dak.
’Bij mamma blijven, kijk uit.’
Toen de wereld niet verder ging dan het station
en elke reis met de bus begon.