De gedachte alleen was niet genoeg.
Er moest wat gebeuren.
Het was vroeg in de ochtend
toen ik de trein naar Madrid pakte.
Je stond daar te wachten op het perron.
We waren ver, heel ver gekomen.
Het fluitsignaal luidde een nieuwe dag in.
Binnen een uur lag mijn huid in jouw boezem.
Veel besproken hebben we niet.
In jouw ogen sprak de liefde voornamelijk in stilte.
Het was daarna rustig.